Noten |
1. | GAH, R 1404, f 113, 31 augustus 1580. OSA 1431, § 60C penning sub uitgaven, ongef., 31 augustus 1580. |
2. | GAH, R 1417, f 477, 14 juli 1582. OSA 1433, § 60e penning sub uitgaven, ongef., 6 juni 1582. OSA 1434, § 60e penning sub uitgaven, ongef., 4 oktober 1582. J. Mosmans en A.G.J. Mosmans, Oude namen van huizen en straten te 's-Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch, 1907) 50, geven aan de Smalle Haven in 1605 De drije Paternosters – wat hetzelfde huis kan zijn. |
3. | A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch, alsmede hunne eigenaars en bewoners in vroegere eeuwen. Aanteekeningen uit de Bossche schepenprotocollen, loopende van 1500-1810 (3 dln.; 's-Hertogenbosch, [1911-1914]) I, 211. |
4. | GAH, R 1857, f 326, 6 maart 1639. R 1925, f 39, 9 november 1626. |
5. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, I, 139. |
6. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, I, 139. |
7. | C.F.X. Smits, De grafzerken in de kathedrale Sint Janskerk van 's-Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch, 1912) 177. |
8. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III, 570. R.A. van Zuijlen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch, chronologisch opgemaakt en de voornaamste gebeurtenissen bevattende. (Stadsrekeningen van het jaar 1399–1800) (2 stukken; 's-Hertogenbosch, 1863-1866) 1151, 1157. GAH, R 1562, f 560, 7 september 1643. |
9. | SAA, N 2258-I, f 296, 4 mei 1637. GAH, R 1562, f 560, 7 september 1643. N 2756, f 5, 22 juni 1660. |
10. | Smits, De grafzerken, 50. Volgens de toonaangevende, achttiende-eeuwse, Antwerpse genealoog J.B. van Straelen overleed hij op 29 juli 1636: Koninklijke Bibliotheek Brussel, Handschriften-kabinet 11-767, dl. XI, no. 73. A. van Sasse van Ysselt, „De familie Van Susteren", Taxandria, XXIX (1922) 304, geeft zonder bronvermelding de overlijdensdatum van 1612. |
11. | Smits, De grafzerken, 271. |
12. | Van Straelen (zie noot 10) geeft als haar over lijdensdatum 29 juli 1636. |
13. | GAH, R 429, ongef., 13 april 1606. GAH, OSA 118, f 134v, 2 mei 1597. OSA 1675, § 60e penning sub uitgaven, ongef., 29 januari 1579. OSA 1689, § inkomsten van de 60e penning, ongef., 22 januari 1592 OSA 3070, f LXVI, 7 december 1603. Van Zuijlen, Inventaris der archieven, 1219. |
14. | GAH, R 1539, f 366, 31 mei 1628. R 1564, ff 241-245, 24 en 25 januari 1645. R 1600, f 147, 21 januari 1645. R 1856, f 359, 18 april 1624. R 1925, f 37, 4 november 1626. |
15. | GAR, Rotterdam ONA 168, no. 168, 27 november 1638. SAA, Insolvente Boedelskamer 1570. 29 november 1644. GAH, R 606-II, 4 december 1668. R 800, 9 oktober 1668. BHIC, Raad van Brabant 197, ongef., ongedateerd rekest met apostille de dato 29 juli 1666. Idem 199, ongef., 7 september 1668 (tussen de in oktober 1669 gefiatteerde rekesten). |
16. | GAH, N 2683, f 51, 1 juli 1652. N 2688, ongef., 22 oktober 1639. R 431, ongef., 3 januari 1640. R 673, 6 juni 1651. R 675, 19 september 1651. R 688, 8 maart 1650. R 729-I, 21 september 1666. R 1028, 12 juni 1657. R 1564, f 324, 2 maart 1645. R 1572, f 41, 23 oktober 1649. SAA, N 2260, f 372v, 27 augustus 1645. |
17. | GAH, R 794-II. R 1561, f 179, 25 juli 1642. R 1565, f 336, 28 april 1645. R 1567, f 47, 23 juli 1646. Van Zuijlen, Inventaris der archieven, II, 1432. |
18. | GAH, R 1549, f 456v, 14 februari 1638. R 1550, f 59, 13 januari 1639. R 1565, f 259, 18 mei 1645. |
19. | GAH, R 1565, f 304v, 28 maart 1645; f 336, 28 april 1645. |
20. | GAH, N 2680, no. 25, 25 januari 1638. |
21. | GAH, R 1931, ongef., 1650: extract uit het testament van Jan van Susteren en Aeltjen Peeters van Weert, gemaakt voor notaris Peeter van Bree op 29 mei 1650. |
22. | GAH, N 2707, f 533, 19 november 1651. |
23. | BHIC, Raad van Brabant 286, ongef., ongedateerd rekest met apostille de dato 5 juni 1652. |
24. | GAH, N 2727, no. 6, 29 november 1653. |
25. | GAH, R 675, 9 oktober 1668. |
26. | GAH, R 1926, f 210v, 26 oktober 1658. R 1932, ongef., 20 september 1663. |
27. | GAH, R 1628, f 25, 4 november 1670. |
28. | GAH, Oud archief B 150, f 20, 6 april 1645. R 1567, f 307v, 5 april 1645. Veronika Joukes, Os Flamengos no Noroeste de Portugal (1620-1670). Subsidios par a reconstituição da vida dos Flamengos no Noroeste de Portugal de 1620 até 1670 (Porto, 1999) LXXIX, CXL, CXLVIII. |
29. | E. Stols, De Spaanse Brabanders of de handelsbetrekkingen der Zuidelijke Nederlanden met de Iberische wereld 1598-1648, dl. II (Brussel, 1971) 11, 64. |
30. | GAH, R 286, 14 oktober 1631. R 304, 24 maart 1676, f 6. R 431, ongef., 21 augustus 1641; |
. | 31 oktober 1645. R 1115, 11 januari 1650; 24 juni 1659. R 1116, 25 januari 1650. R 1564, f 245, 24 januari 1645. R 1571, f 353v, 9 maart 1649. R 1572, f 131v, 3 december 1649. R 1567, f 307v, 5 april 1645. R 1595, f 78v, 29 april 1651. R 1601, f 180, 4 februari 1645. R 1628, f 29, 7 november 1670. R 1630, f 553v, 27 januari 1678. R 1643, f 270v. 1 maart 1669. R 1645, f 286, 30 juli 1670. N 2672, f 348, 17 december 1638. N 2730, f 283, 5 september 1662. N 2743, f 251, 18 februari 1666. N 2789, f 58, 25 september 1685. Oud archief. inv. Van Zuijlen B 150, f 20, 6 april 1645. B 154, f 8, 8 oktober 1648. SAA, N 2260, f 372v, 27 augustus 1645. |
31. | GAH, R 1527, f 299, 25 juni 1626. R 1549, f 13, 15 oktober 1636; f 472vo, april 1638. Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III, 541. |
32. | J. Mosmans, „Altaar en altaargoed van het korenkopersgilde te 's-Hertogenbosch", Taxandria, XVII (1910) 175. |
33. | GAH, N 2742, f 162, 17 november 1659; f 291, 30 november 1660; f 300, 5 januari 1661. N 2743, f 63, 24 april 1664. R 1085, 9 april 1652: aanspraak aangaande in 1635-1646 door Henrick geleverde bieren. R 1109, 9 april 1652. |
34. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III, 555. Vgl. R 1549, f 183, 28 april 1637. |
35. | GAH, R 979, 25 mei 1660. |
36. | GAH, R 458, ongef., 19 april 1633. N 2719, f 176, 24 januari 1659. Vgl. GAR, Rotterdam ONA 327, no. 19, 11 januari 1639. |
37. | GAH, N 2672, f 175, 3 september 1636. |
38. | NA, Raad van State 2134, f XXIII v. |
39. | GAH, Oud archief, inv. Van Zuijlen A-28, f 199v, 1 december 1631. |
40. | BHIC, Leen- en tolkamer 131, f 50, 19 juli 1632, BHIC, Collectie Rijksarchief 172, f 160v, 12 november 1631; f 425v, 19 december 1631. |
41. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III, 562. |
42. | GAH, OSA 1734, f 10v, 2 december 1637. |
43. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III, 172 |
44. | GAH, OSA 1734, f 18v, 17 mei 1638. N 2822, f 50, 28 januari 1680. |
45. | GAH, OSA 1731, f 26v, 24 augustus 1635. BHIC, Raad en Rentmeester-Generaal 288, f 13. |
46. | BHIC, Raad en Rentmeester-Generaal 314, 24 mei en 10 juni 1675; 13 maart 1681. Vgl. N. Jurgens, „Molenwandeling over de stadswal", 's-Hertogenbosch, V (1997) 143. |
47. | GAH, R 1169, f 405v, 20 juni of juli (de maand valt in de vouw van de akte) 1654. N 2730, f 137, 20 juli 1662. |
48. | GAH, N 2699, f 235v, 20 februari 1660. |
49. | GAH, N 2822, f 333, 16 december 1680. |
50. | GAH, R 1661, f 180v, 13 maart 1687. N 2825, f 64v, 8 maart 1687; f 78, 13 maart 1687; f 97, 14 maart 1687. Vgl. R 1657B, f 168v, 9 januari 1699: verkoop van de windmolen. |
51. | GAR, Rotterdam ONA 1237, nrs. 9 en 15, 12 februari 1683. SAA, Insolvente Boedelskamer 226, 649, 868, 2110. M. van Durme, Les Archives générales de Simancas et l'histoire de la Belgique (IXe-XIXe siècles) (4 dln.: Brussel, 1966-1990) 11, 729. |
52. | GAA, N 2201, p. 10, 2 augustus 1656; p. 110, 26 augustus 1656. N 2228, p. 209, 20 september 1668. |
53. | J. Denucé, Na Peter Pauwels Rubens. Documenten uit den kunsthandel te Antwerpen in de XVIIe eeuw van Matthijs Musson (Antwerpen, 1949) 303, 304, 315, 318, 319, 325-329, 342, 343. |
54. | GAA, N 2253, p. 137, 29 september 1677. |
55. | UA, U133a1, no. 32, 7 juli 1698. |
56. | BHIC, Collectie Aanwinsten 382, 22 maart 1625 (in dorso een kwitantie voor Cato). UA, U133a1, no. 145. 14 september 1705. |
57. | L.F.W. Adriaenssen, „Philippus Suyskens roddelt een stamboom bij elkaar", Gens Nostra, LI (1996) 244. |
58. | UA, U100a20, no. 26, 3 november 1711. U100a22, no. 12, 10 juli 1714. U1190a2, no. 56, 14 april 1698. Adriaenssen, „Philippus Suyskens", 244, 245. |
59. | UA, U153a3, no. 101, 20 september 1724. |
60. | Karel Degryse, De Antwerpse fortuinen. Kapitaalsaccumulatie, -investering en -rendement te Antwerpen in de 18de eeuw (Antwerpen, 2005) |
61. | Rijksarchief Brugge, Vrije van Brugge, Staten van goed, 2e reeks, nrs. 16522 en 16767. GAH, N 2787, f 369, 7 oktober 1681. N 2791, f 342, 17 oktober 1675. SAA, Insolvente Boedelskamer 2110. A. Viaene, „Fortuin gaan maken in Spanje", Biekorf, LXX (1969) 262, 263. |
62. | GAH, N 2716, f 48,13 april 1656. |
63. | GAH, R 1936, ongef., 29 maart 1687 (tussen de in 1692 geëmployeerde akten). |
64. | GAH, N 2855, f 75, 10 augustus 1688. N 2736, f 221, 8 november 1687; f 252, 19 mei 1688. Gereformeerd Burgerweeshuis 1212, 12 augustus 1688. |
65. | GAH, R 1682, f 49v, 21 februari 1692. N 2825, f 112v, 31 mei 1687. N 2826, f 295, 20 februari 1692. Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III, 555. |
66. | Rijksarchief Brugge, Processen Brugse Vrije 9252, 1721. Vgl. Idem 1774. |
67. | Carmen Sanz Ayán, „Asentistas holandeses en las finanzas de la monarquia hispánica (1680-1715)", in: Jan Lechner en Harm den Boer (red.), España y Holanda. Ponencias leídas durante el Quinto Coloquio Hispanoholandés de Historiadores (Amsterdam, 1995) 154. |
68. | In 1687-1688 is sprake van een C. van Susteren op Sint-Eustacius, die wellicht mag worden geïdentificeerd met Cornelis van Susteren uit Zeeland (Jean-Christophe Germain, „Compléments et commentaires sur la famille van Susteren en Guyane et aux Antilles au XVIIème siècle", Généalogie et histoire de la Caraïbe, bulletin 89 (januari 1997) 1835). |
69. | J. Wils en A. Schillings, Matricule de l'université de Louvain, dln. II-X (Bruxelles, 1946-1967), VII, 29, no. 194, 186. |
70. | GAH, N 2842, f 351, 22 maart 1700. |
71. | Rijksarchief Brugge, Processen Brugse Vrije 5010, 1728-1730. |
72. | H. Bots, I. Matthey en M. Meyer, Noordbrabantse studenten 1550-1750 (Tilburg. 1979) 677, no. 5065. |
73. | GAH, N 2856, f 303, 5 oktober 1696. R 743-I, 20 oktober 1693. Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III, 171. |
74. | GAH, N 2742, f 432, 19 juni 1662: vier voorname coopluyden van Den Bosch getuigen dat Johan van Beugen een koopman is van onbesproken gedrag. |
75. | GAH, N 2731, f 176, 27 maart 1668. |
76. | GAH, N 2830, f 201v, 22 maart 1694. |
77. | GAH, N 2842, f 530, 15 december 1700. |
78. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, II, 93. |
79. | GAH, N 2844, f 81, 7 mei 1705; f 321, 9 april 1706. Vgl. R 575-II, 15 april 1704: in 1699-1700 verhuurde Johanna weduwe Van Beughem de huizing de Ketel in de Verwersstraat. |
80. | GAH, R 1939, ongef., 3 november 1699 (geemployeerd 3 december 1694). Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, II, 93, 216; III, 178, 240. |
81. | A.C. Broek, Beschryving der vryheid St. Oden Rode. Manuscripten uit 1832 over de geschiedenis van Sint-Oedenrode (Sint-Oedenrode, 2003) II-180. |
82. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III, 172, 181. |
83. | Bots e.a., Noordbrabantse studenten, 678, no. 5067. |
84. | Over Gisberto en zijn vrouw zal uitgebreid worden gesproken in mijn boek over de geschiedenis van de familie Donkers. |
85. | M. van Durme, Les Archives générales de Simancas et l'histoire de la Belgique (IXe-XIXe siècles) (4 dln; Brussel, 1966-1990) 111, 115, 252. Zie ook noot 110. |
86. | Menologium van de Sociëteit van Jezus, II, 440, 441. Van Miert, „Een zevental jezuïeten", 4446. Polman, Romeinse bronnen, III, 695-697, 705. |
87. | GAA, N 2180, p. 124, 14 augustus 1675. |
88. | SAA, Insolvente Boedelskamer 1795. Biographie nationale, dl. XXIV (Bruxelles, 1926-1929) 287-311. A. Pasture, „Les archives de la visite 'ad limina' pour les deux anciennes provinces ecclésiastiques des Pays-Bas, Malines et Cambrai (1589-1800)", Bulletin de la Commission royale d'histoire de la Belgique, LXXXIII (1920) 304, 323, 342, 386-388, 479, 482. N. Leplae, ,Brugge tien jaar zonder bisschop (1706-1716)", Standen en Landen, XLIV (1968) passim. N. Leplae, „Betwistingen rond de benoeming van parochieherders in de Oostenrijkse Nederlanden, bijzonder in het bisdom Brugge, in de eerste helft der XVIIIe eeuw", Standen en Landen, LX (1972) passim. |
89. | GAA, N 3723, p. 735, 3 mei 1693. |
90. | Hij publiceerde te Brussel in 1704 een 492 bladzijden dikke Causa Quesnelliana seumotivum juris proprocuratore curiae ecclesiasticae Mechliniensis, actore contra Paschasium Quesnel, oratorii Berulliani in Gallia presbyterum, citatum fugitivum. |
91. | Illustrissimo ac Reverendissimo D. Henrico-Josepho van Susteren, decimo guano Brugensium episcopo, perpetuo Flandrice cancellaris, felicibus auspiciis Mechliniae inaugurato, Brugenses infulas gratulator et applaudit gymnasium Mechliniense Societatis Jesu Anno MDCCXVI (Brugis, Vande Capelle, 1716). |
92. | Stéphane Vandenberghe, „De wijnkelder van bisschop H.J. van Susteren", Brugs Ommeland (1986) afl. 1/2, 122 e.v. |
93. | Leplae, „Betwistingen rond de benoeming van parochieherders", 32. |
94. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, II, 93, 216; III, 172, 178, 240. Bots e.a., Noordbrabantse studenten, 736, no. 5578. |
95. | Rijksarchief Brugge, Proosdij Sint-Donaas Brugge 2, 1766: 143, 1720-1722. Biographie nationale, XXIV (Bruxelles, 1926-1929) 302. |
96. | Bots e.a., Noordbrabantse studenten, 736, no. 5579. |
97. | J. Arents, Oratio funebris Hen. van Susteren XIV Brugensium episcopo habita in ecclesia S. Donatiani die 28 Feb. 1742. |
98. | A. van Zuylen van Nyevelt, „Tombeau de Mgr Van Susteren, évêque de Bruges", Handelingen van het genootschap voor geschiedenis, LXII (Brugge, 1912). |
99. | Guy Delmarcel, het kunstmecenaat van Henricus Josephus van Susteren 14de bisschop van Brugge (licenticaatsthesis, Katholieke Universiteit Leuven, september 1993). |
100. | In 1741 vierde hij diens plechtige uitvaart te Brugge: Epicedium sive oratorio funebris in solemnibus exequiis Caroli VI. Immortalis memoriae celebratis in Cathedrali Brugens 12 januarii 1741, habita a illustrissimo ac reverendissimo domino Henrico Josepho van Susteren episcopo Brugensis. |
101. | Van Miert, „Een zevental jezuïeten", 47. |
102. | Menologium van de Sociëteit van Jezus II, 75, 76. Van Miert, „Een zevental jezuïeten", 48, 49. Polman, Romeinse bronnen, IV, 63, 70, 645. M.Th.J. van der Vorst, Holland en de troebelen in de Hollandse Zending 1702-1727 (Nijmegen, 1960) 116. |
103. | GAH, N 2845, f 336, 8 februari 1708. |
104. | T.C.M.H. van Rijckevorsel, Geschiedenis van het R.C. Maagdenhuis te Amsterdam. 1570-1887 (Amsterdam, 1887) 76. |
105. | GAA, N 2259. p. 230, 9 augustus 1680. N 3723, p. 541, 24 maart 1693; p. 561, 25 maart 1693; p. 596, 1 april 1693; p. 705, 4 mei 1693; p. 1057, 3 augustus 1693. N 4183, no. 254, 10 september 1689. N 5818A. ongef., 4, 5 en 6 juni 1714. N 5889, p. 987, 21 augustus 1703. N 5898, p. 527, 6 november 1705. N 7946B, p. 517, 24 mei 1708. N 7846C, p. 157, 13 juni 1708. N 7983, p. 14, 4 augustus 1719. GAH, N 1712, f 291, 17 mei 1737. SAA, Insolvente Boedelskamer 2110. |
106. | GAA, N 3718-I, f 613, 23 mei 1701. |
107. | GAA, N 3723. p. 478, 5 maart 1693. |
108. | Degryse, De Antwerpse fortuinen, 42, 53. |
109. | Van Rijckevorsel, Geschiedenis van het R.C. Maagdenhuis, 83, 112. Polman, Romeinse bronnen, III, 277; IV, 90. |
110. | P. Janssens en L. Duerloo, Wapenboek van de Belgische adel (4 dln.; Brussel, 1992) IV, 577. |
111. | Degryse, De Antwerpse fortuinen, 247; bijlage I, in voce Van Susteren; bijlage XI, in voce Van Susteren. |
112. | GASD, N 7997, no. 19, 2 mei 1721. N 8973, no. 1231, 30 december 1745 (Cádiz en Vera Cruz in Mexico). N 10217, no. 227, 5 mei 1740 (Portugal). Philippo Barbou was een zoon van Octavio Barbou, zwager van Melchior van Susteren. Henrico de Coeck was gehuwd met Lucia Theresia van Honsem, wiens broer Ignatio een zwager was van Melchior. |
113. | Frans Baudouin, „Jan Peter van Baurscheit de jonger, architect 1699-1768", Lira Elegans, IV (1994) 106. |
114. | Baudouin, ,Jan Peter van Baurscheit", 104-113. Inge Maria Breedtveld Boer, Tekenen en vasseren. Het bedrijf van Jan Peter van Baurscheit (1699-1768) en de architectuur in het tweede kwart van de achttiende eeuw (dissertatie Universiteit Utrecht, 2003) 238-248. |
115. | Public Record Office Londen, Prerogative court of Canterbury 11/720, f 378v, 13 juli 1741. |
116. | Koninklijke Bibliotheek Brussel, handschriftenkabinet 11-767, deel XI, no. 73. Van Sasse van Ysselt, „De familie Van Susteren", 306. P.J. Goetschalckx, „De familie Van Susteren en hare goederen onder Merxem", Taxandria, XXX (1923). |
117. | GASD, N 5332A, f 77, 2 mei en 26 oktober 1697. N 5332B, no. 53, 27 januari 1698 (hij wordt mede-erfgenaam van zijn tante Cornelia Barbou); no. 134, 13 januari 1698. N 5346, f 113, 21 november 1695. N 5347, f 161v, 27 januari 1698. |
118. | Baudouin, „Jan Peter van Baurscheit", 106, 209. |
119. | Degryse, De Antwerpse fortuinen, bijlage I, in voce Van Susteren. |
120. | Baudouin, „Jan Peter van Baurscheit", 240, 287-301. |
121. | Rijksarchief Brugge, Brugse Vrije, Staten van goed 4e reeks, no. 1838, 7 mei 1769. SAA, Genealogisch fonds 89 (inventaris van zijn nalatenschap), 125. Insolvente Boedelskamer 1762. |
122. | Schillings, Matricule de l'université de Louvain, VIII, 26, no. 10, februari-augustus 1736. |
123. | „Het knechtjens-huis te Antwerpen", Belgisch Museum, V (1841) 178. |
124. | Baudouin, „Jan Peter van Baurscheit", 205-237. Breedtvelt Boer, Tekenen en vasseren, passim, met name 184-195. |
125. | L. Michielsen, „De handel", in: Genootschap voor Antwerpse Geschiedenis (red.), Antwerpen in de XVIIIde eeuw (Antwerpen, 1952) 119. |
126. | Baudouin, „Jan Peter van Baurscheit", 206, 207. Degryse, De Antwerpse fortuinen, bijlage XI, in voce Van Susteren. |
127. | Public Record Office Londen. Prerogative court of Canterbury 11/720, f 382, 24 september 1742. |
128. | Smits, De grafzerken, 271. |
129. | GAH, R 282, 9 oktober 1626. R 286, 23 maart 1632; 3 augustus 1632; 29 augustus 1634. R 431, ongef., 30 september 1638; 17 mei 1639; 24 mei 1640; 14 september 1640; 7 februari 1642; 18 februari 1642; 27 juni 1642. R 1537, f 566v, 17 juni 1626. R 1611, f 214v, 9 februari 1656. N 2685, f 173, 29 oktober 1640. Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III, 483. |
130. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, I, 344. |
131. | GAH, OSA 126, f 7v, 30 juni 1615. |
132. | GAH, Oud archief, inv. Van Zuijlen B 116. § ontvangsten van de 60e penning, 4 februari 1611. |
133. | BHIC, LTK 131, f 57v, 13 juli 1633. GAH, N 2685, f 189, 16 mei 1641. R 916, 30 januari 1632. |
134. | BHIC, Collectie Rijksarchief 173, f 414, 23 oktober 1632. |
135. | GAH, R 1558, f 6v, 12 oktober 1639. |
136. | GAH, R 1585, f 19, 6 april 1656. |
137. | GAH, R 1613, f 299v, 12 augustus 1658. R 1639, f 41, 6 oktober 1661. R 1650A, f 96v, 12 januari 1679. R 1661, f 143, 5 november 1686. R 1680, f 165v, 13 maart 1689; f 244, 22 juli 1689. N 2710, f 293, 5 november 1661; 321, 7 juni 1662. |
138. | GAH, R 1620, f 91v, 15 december 1664. R 1937, ongef., 24 maart 1682. N 2710, f 372, 7 augustus 1663. |
139. | GAH, N 2836, f 306, 18 maart 1682; f 332, 28 april 1682. |
140. | Smits, De grafzerken, 271. |
141. | GAH. Oud archief, inv. Van Zuijlen, stadsresoluties A 83, f 22v, 13 december 1686. N 2816, f 473, 11 maart 1686; f 480, 29 april 1686; f 486, z.d.; f 490, 6 mei 1686. |
142. | GAH, N 2811, f 156, 24 mei 1688. |
143. | GAH, R 1620, f 92, 15 december 1664. N 2710, f 33, 17 februari 1660; f 61, 9 juli 1660; f 273, 18 juli 1661; f 342, 15 december 1662. N 2733, f 86, 30 september 1675. |
144. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III, 145. |
145. | GAH, R 1933, ongef. |
146. | GAH, N 2666, testament no. 14, 27 november 1653. Smits, De grafzerken, 76. |
147. | SAA, N 2258-II, f 87v, 7 september 1638. N 2259, f 89, 24 januari 1641. |
148. | SAA, N 2258-II, f 111, 5 november 1638. |
149. | GAH, Oud archief, OSA 1752, f 13v, 6 april 1636. |
150. | GAH, N 2730, f 76.5 augustus 1661. |
151. | GAH, R 1618, f 546v, 20 augustus 1663. |
152. | Smits, De grafzerken, 271. |
153. | GAH, R 457, ongef., 24 september 1647. R 891, 13 december 1641. |
154. | GAH, R 1597, f 118v, 5 april 1640. |
155. | GAH, N 2815, f 364, 9 januari 1683; vgl. f 283, 27 oktober 1682. |
156. | GAH, N 2757, no. 337, 26 oktober 1670. |
157. | H.B.M. Essink, „Slagersstamreeksen van enige personen die in de periode 1780-1820 in Den Bosch vleeshouwer werden", De Brabantse Leeuw, IX (1960) 28. |
158. | GAH, R 431, ongef., 22 september 1639. R 1073, 24 oktober 1645. |
159. | GAH, R 1551, f 21, 6 december 1640. R 1559, f 443v, 29 april 1641. R 1598, f 23v, 22 oktober 1641. |
160. | GAH, R 987, 21 november 1651. R 1577, f 239, 24 mei 1652. |
161. | GAH, R 691-II, 1700. R 1939, ongef., 27 juni en 11 augustus 1699 (geëmployeerd op 11 augustus 1699). R 1933, ongef., 19 januari 1658. N 2817, f 140, 12 november 1687. |
162. | Bots e.a., Noordbrabantse studenten, 677, no. 5064. |
163. | NA, Staten-Generaal 5032-I, brief van Florens Schuyl, 12 september 1663. Staten-Generaal 12548-334, Naemen der studenten der beursen, gefundeert inde stadt ende meijerije genietende, f 13. Staten-Generaal 12555-45, Balance vanden beursen, 17 november 1660, lijst van bursalen. |
164. | GAH, R 1643, f 248v, 20 april 1668. |
165. | GAH, R 1623, f 164, 9 januari 1668. R 1624, f 311v, 25 juni 1668. |
166. | GAH, N 2773, f 126, 27 februari 1673. N 2785, ff 176 en 177, 14 februari 1673. |
167. | GAH, R 1713, f 426, 12 mei 1719. N 2939, f 246, 3 februari 1719. R 1714, f 206, 4 april 1720; f 248v, 22 mei 1720. |
168. | GAH, R 832, 4 december 1663. R 1598, f 23v, i.m., 14 september 1733: zijn kinderen worden gekweten van een erfcijnsplicht. R 1627, f 142, 8 februari 1670. N 2817, f 39, 17 maart 1687. |
169. | GAH, R 303, 24 april 1668, f 4. R 1654, f 152, 19 oktober 1688. |
170. | GAH, N 2710, f 355, 2 juni 1663. |
171. | GAH, N 2812, f 535, 15 juli 1677. |
172. | GAH, N 2797, f 333, 8 juni 1675. R 1624, f 326v, 8 augustus 1668. |
173. | GAH, R 947-I, 1703. N 2792, f 324, 21 april 1685. |
174. | GAH, R 1712, f 230v, 11 augustus 1735. |
175. | A.G.J. Mosmans, „Bosschenaars in Spanje". Taxandria XXXIV (1927) 253. |
176. | BHIC, Raad en Rentmeester-Generaal 195, f 6. |
177. | GAH, R 1728, f 240, 3 januari 1727. |
178. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, I, 452. |
179. | GAH, N 2817, f 39, 17 maart 1687. |
180. | Essink, „Slagersstam reeksen", 28. |
181. | GAH, N 2815, f 364, 9 januari 1683. |
182. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, I, 426. |
183. | Mosmans, „Bosschenaars in Spanje", 249-257. Degryse, De Antwerpse fortuinen, 33. |
184. | GAH, N 2849, f 156, 30 juli 1680. N 2938, f 86, 4 maart 1717. |
185. | GAH, N 2849, f 156, 30 juli 1680. |
186. | GAH, N 2815, f 283, 27 oktober 1682. Johan van Asseldonck was een zoon van de moeder van Maria Donck. |
187. | Zij waren in 1760 mede-erfgenamen van Deliana van Susteren en verkochten toen Het Witte Kruis aan de Hooge Steenweg: Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III, 407, 408. |